Ziekte van Crohn

De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa,

twee zogeheten ‘langdurige inflammatoire darmziekten’, komen steeds vaker voor en treffen vooral jongvolwassenen.
Zij worden ook wel chronische inflammatoire (= ontstekingsachtige) darmziekten genoemd. In het engels wordt de term IBD, Inflammatory Bowel Disease, gebruikt.
Leven met zo’n darmziekte, zowel als de dagelijkse confrontatie met mensen die aan een darmziekte lijden, roept vele vragen en onzekerheden op.
De ziekte van Crohn is een langdurige ontsteking van de darm die alle darmsegmenten kan treffen. Vooral het uiteinde van de dikke en de dunne darm, maar ook andere delen van het maagdarmstelsel kunnen worden aangetast. Vaak gaat de ziekte gepaard met vernauwingen van de darm, abcessen en fistels (waarbij een abnormale verbinding tot stand komt tussen de darm en andere organen of de huid) en zweertjes in de mond. In zeldzame gevallen treft de ziekte ook andere lichaamsdelen, zoals de gewrichten, de ogen of de lever.
De ziekte komt vooral voor bij mensen tussen 15 en 40 jaar oud, maar ze kan ook vroeger of later in het leven de kop op steken. De ziekte van Crohn komt even vaak bij mannen als bij vrouwen voor. De ziekte is de laatste jaren in opmars : men schat dat in West-Europa 6 mensen op 100.000 aan de ziekte lijden. Het is een typische beschavingsziekte die bijna uitsluitend in de geïndustrialiseerde wereld voorkomt en die meer wordt gezien bij een stedelijke bevolking dan op het platteland.

Colitis ulcerosa is een chronische, oppervlakkige ontsteking van de dikke darm met vorming van zweren. De ontsteking breidt nooit uit naar andere delen van het maagdarmstelsel. De ziekte begint typisch op jonge leeftijd, vaak tussen 20 en 30 jaar. Mannen en vrouwen worden even vaak getroffen.

1. normale darm
2. Crohn
3. Colitis

Klachten

Mensen met de ziekte van Crohn hebben vooral maagdarmklachten. Doorgaans gaat het dan om krampen, diarree, misselijkheid, gewichtsverlies en een verminderde eetlust. Deze klachten gaan op en af: een Crohnpatiënt kan zich maanden goed voelen, om dan plots weer geconfronteerd te worden met een ‘opstoot’. Na verloop van tijd kunnen bijkomende problemen de kop op steken waaronder bloedarmoede, gewrichtspijnen en anale ongemakken (o.a. anale fistels).

Ook bij colitis ulcerosa verschillen de klachten sterk van patiënt tot patiënt. Soms blijft de ziekte zeer mild, maar ze kan ook erg agressief zijn. De ziekte verloopt in opstoten en klachtenvrije periodes. Het meest typische beeld is diarree vermengd met bloed, slijm en etter. Vaak is er een al dan niet ‘valse’ stoelgangsnood. In ernstige gevallen komen daarnaast nog bloedarmoede, moeheid en vermagering voor. Soms zijn er ook klachten buiten de darm, bijvoorbeeld aan ogen, gewrichten en huid.

Oorzaak onbekend

De onmiddellijke oorzaak van de ziekte van Crohn is niet gekend. Men weet wél dat het gaat om een overdreven reactie van de darm tegen stoffen die vermoedelijk bij iedereen in de darm aanwezig zijn. In normale omstandigheden worden deze stoffen goed verdragen, terwijl patiënten met de ziekte van Crohn abnormaal hevig op deze stoffen reageren. Deze – vermoedelijk genetisch bepaalde – afweerreactie lokt op haar beurt een hele reeks reacties uit die leiden tot de ontsteking van de darm. Door deze ontsteking wordt de opname van nog méér stoffen uit de darm mogelijk, zodat men in een vicieuze cirkel belandt.

Hoewel de darminhoud ongetwijfeld een belangrijke rol speelt in het ontstaan en het onderhouden van de ziekte van Crohn, heeft men tot op heden nog geen oorzakelijk verband gevonden tussen bepaalde voedingsstoffen en de ontwikkeling van Crohn.

Bepaalde onderzoeken wijzen wel op het verband tussen een hoog gebruik van geraffineerde suikers en het ontstaan van de ziekte. Ook het toenemend verbruik van ontbijtgranen (type cornflakes) werd in verband gebracht met de toename van de ziekte van Crohn, maar hiervoor bestaan geen afdoende bewijzen. Ook de mogelijke invloed van kleur- en bewaarstoffen in de voeding die vaak met de vinger worden gewezen, kon niet worden aangetoond.
Roken speelt onmiskenbaar een rol in het ziekteverloop. Bij rokers zijn de ongemakken en ontstekingsverschijnselen duidelijk ernstiger dan bij niet-rokers.

Ook de precieze oorzaak van colitis ulcerosa is onbekend.

Naast een onmiskenbare erfelijke factor, komt ook hier een onevenwichtig afweersysteem in het darmslijmvlies om de hoek kijken. Opvallend is dat de ziekte vaak begint bij mensen die stoppen met roken. Ook heeft men vastgesteld dat nicotine de ongemakken veroorzaakt door deze ziekte soms vermindert. Omdat roken echter een heleboel schadelijke effecten heeft op de gezondheid (vooral op hart en bloedvaten), zal men colitis ulcerosa patiënten niet aanbevelen het roken te hervatten.

Rol van de voeding

In tegenstelling tot wat nog vaak wordt gezegd en geschreven, is een specifiek dieet bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa niet gewenst, tenzij bij ernstige verteringsstoornissen of na een heelkundige ingreep.

– Volgens de huidige wetenschappelijk kennis kan men stellen dat, in plaats van een beperkende voeding, vooral moet worden gestreefd naar een gevarieerde voeding die smaakvol én gezond is. Alleen rauwe groenten en vruchten worden beter vermeden tijdens de periodes van opstoot , omdat ze de gasvorming, krampen en diarree nog stimuleren. Ook gashoudende dranken zouden die klachten doen toenemen.

– De voeding moet energie- en eiwitrijk, maar relatief vetarm zijn. Om dit te realiseren is deskundig dieetadvies noodzakelijk.

Energierijk.

Veel Crohnpatiënten zijn onvoldoende of onevenwichtig gevoed. Hiervoor bestaan verschillende redenen, zoals een gebrek aan eetlust en de angst voor de buikkrampen en de diarree die door een maaltijd worden uitgelokt. Bovendien vergt de ziekte zelf heel veel energie en worden de voedselbestanddelen maar heel gebrekkig en beperkt opgenomen. Dit is vooral een probleem bij kinderen en jongeren die tijdens de groei juist extra energie nodig hebben. Groeiachterstand en en verlate puberteit ten gevolge van ondervoeding, zijn dan ook frequente symptomen van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Bij kinderen zijn het dikwijls de eerste en enige tekenen van de ziekte.
De opname van voldoende energie is dus cruciaal. Voor opgroeiende kinderen moet een dagelijkse voeding van 3500 tot 4000 kcal per dag worden nagestreefd.
De beste manier om de nodige energie en voedingsstoffen op te nemen, is meerdere keren per dag kleine hoeveelheden te eten. Op die manier beperkt men de hoeveelheid voedsel en afvalstoffen die door de darm moet worden verwerkt.
Eiwitrijk De ziekte veroorzaakt immers een verhoogd verbruik en een verhoogd verlies van eiwitten doorheen de ontstoken darmwand.

Vetarm.

Algemeen wordt aangeraden om het vetgebruik te beperken tot ongeveer 70 g per dag.
Vezelrijk of vezelarm? Dat is nog steeds een punt van discussie. Een beperking van de vezelinname biedt zeker voordelen bij patiënten met vernauwde darmsegmenten, buikkrampen en hevige diarree. Maar anderzijds kan een hogere inname van oplosbare vezels (zoals guargom en pectine) de darmdoorvoer versnellen.
Bij patiënten met frequente, waterige stoelgang kan het bovendien een gunstig effect hebben doordat deze vezels het vocht vasthouden.

Vitamines en mineralen.

Een extra inname van vitamine D en calcium is meestal aangewezen, vooral voor patiënten die met corticoïden worden behandeld, om de botontkalking tegen te gaan die vaak door deze geneesmiddelen wordt veroorzaakt.
Wanneer het laatste uiteinde van de dunne darm sterk is aangetast of werd weggenomen, zijn supplementen van foliumzuur en vitamine B12 noodzakelijk.
Wanneer de patiënt gewoon kan eten, zijn supplementen van zink, magnesium, fosfor en oligo-elementen zelden noodzakelijk. Deze supplementen zijn wél belangrijk voor mensen die enkel kunstmatig via het bloed worden gevoed.

IJzertekort is bij Crohnpatiënten heel frequent. Zij verliezen namelijk veel ijzer door de bloedende letsels, terwijl ze anderzijds minder ijzer opnemen door de uitgebreide letsels in de dunne darm. In de meeste gevallen zijn ijzersupplementen dan ook aangewezen. In zeldzame gevallen moet het ijzer parenteraal (intramusculair) worden toegediend.

Wàt men eet, wordt het best bepaald door de zieke zelf, in functie van het klachtenpatroon. Voedingsmiddelen die duidelijk last veroorzaken, kunnen maar beter worden vermeden.
Toch mag niet elke opflakkering van klachten automatisch op rekening worden geschreven van het laatst gegeten voedingsmiddel. Op die manier zou de lijst van “te mijden levensmiddelen” immers te lang worden, met een erg eenzijdig voedingspatroon als gevolg.

– Een beperking van melkproducten is alleen verantwoord wanneer de overgevoeligheid voor deze producten duidelijk is aangetoond. Melk en melkproducten vormen immers een zeer belangrijke bron van calcium en eiwitten. Zure melkproducten (zoals yoghurt of karnemelk) geven doorgaans minder last omdat ze minder melksuiker (lactose) bevatten. Ter vervanging van melk kunnen eventueel met calcium verrijkte soyaproducten worden gebruikt.

Sondevoeding

Wanneer de patiënt ernstig ziek is, of wanneer grote delen van de darm werden weggenomen, wordt het onmogelijk om alleen via de maaltijden voldoende energie op te nemen. In die gevallen is (tijdelijk) sondevoeding aangewezen.
Deze voeding bestaat uit gedeeltelijk tot vrijwel volledig verteerde voedingsstoffen (zgn. astronautenvoeding) die veel beter door de dunne darm worden opgenomen. Omwille van haar slechte smaak, wordt deze voeding toegediend via een smalle sonde die langs de neus en de achterkant van de keel tot in de maag wordt gevoerd. Wanneer ze enkel als bijvoeding wordt toegediend, gebeurt dit meestal ’s nachts.
Deze enterale voeding kan bij volwassene en kinderen een verbetering van de ziektetoestand (remissie ) teweegbrengen. Ze bevordert ook de groei bij kinderen die groeiachterstand hebben opgelopen. De doeltreffendheid van deze voeding hangt echter af van de mate waarin de patiënt deze voeding verdraagt, en van zijn vermogen om deze voeding gedurende een lange periode te gebruiken.

Kan voeding deze ziekten genezen ?

Sommige mensen geloven dat het weglaten van bepaalde voedingsmiddelen de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa zou kunnen genezen of minstens de acute opstoten zou kunnen voorkomen. Voedingsmiddelen die in dat verband vaak geciteerd worden, zijn o.m. koffie, alcohol, specerijen, rauw fruit, noten, koolsoorten, uien, prei, tomaten, enz.

Vooral in Groot-Brittannië werden enkele studies met dit eliminatiedieet uitgevoerd. Eerst krijgen de patiënten een vloeibaar elementair dieet, waaraan stap voor stap normale voedingsproducten worden toegevoegd. Producten die klachten veroorzaken, worden weggelaten. Dergelijk eliminatiedieet zou de duur van de acute opstoten kunnen beperken en de frequentie ervan verminderen. Maar de resultaten van de studies zijn niet eensluidend zodat men hieruit moeilijk besluiten kan trekken. Een dergelijk eliminatiedieet is bovendien een voor de patiënt zeer belastende therapie.

Polyonverzadigde vetzuren die vooral in visolie voorkomen, zouden door hun ontstekingsremmende eigenschappen, de ziekte gunstig kunnen beïnvloeden. Visoliesupplementen (bij de apotheker te koop) kunnen dus wel zinvol zijn.