Pouch

Wat is een pouch?

Het woord pouch betekent letterlijk buidel, reservoir of (opvang)zakje. Een pouch kan gemaakt worden van een deel van de dunne darm, wanneer de dikke darm is verwijderd. De pouch is dan een soort opvangzakje, waarin ontlasting tijdelijk opgeslagen kan worden. De pouch neemt als het ware de functie van de endeldarm over. De endeldarm is het laatste deel van de dikke darm, waarin ontlasting wordt opgeslagen. Als deze vol is, krijgt u aandrang om naar het toilet te gaan.Vervolgens wordt een verbinding tussen de dunne darm (met de pouch) en de anus gemaakt.

Normaal gesproken wordt ontlasting in de dikke darm ingedikt. Dit gebeurt niet als u geen dikke darm meer heeft. Mensen met een pouch hebben daarom altijd een dunnere ontlasting dan normaal.

Indien u een ziekte heeft waarbij de hele dikke darm moet worden verwijderd, kan de arts besluiten om een pouch aan te leggen indien de dunne darm gezond is. De pouch een oplossing om op een natuurlijke manier de ontlasting het lichaam te laten verlaten.
Een pouch wordt gemaakt van de dunne darm. Van het laatste stukje dunne darm wordt een reservoir gemaakt dat de functie van de endeldarm moet nabootsen.
Dit reservoir -de pouch- wordt vervolgens op het laatste kleine stukje endeldarm (vlak boven de anus) aangesloten zodat er weer een interne verbinding is met het gehele spijsverteringsgestel. Met deze ingreep blijf (of word) je continent.Uiteraard zal de arts dit met u bespreken en de voor- en nadelen van een pouch uitleggen. Als het aanleggen van een pouch niet mogelijk is, of als u het niet wilt, zal er een ileostoma worden aangelegd. Een pouch is alleen mogelijk als de kringspieren van uw anus goed functioneren. Een pouch is in principe niet mogelijk als u de ziekte van Crohn heeft, omdat bij deze ziekte ook ontstekingen in de dunne darm kunnen ontstaan.  Overlegt u echter met uw specialist hierover.

Mensen met onderstaande aandoeningen komen in aanmerking voor een pouch:

Colitis ulcerosa; chronische ontsteking van de dikke darm. Als de ziekte niet goed reageert op medicijnen, moet in sommige gevallen de hele dikke darm verwijderd worden.

Familiaire Adenomateuze Polyposis(FAP); Dit is een erfelijke aandoening waarbij duizenden poliepen kunnen ontstaan. Deze poliepen komen vooral voor in de dikke darm. Deze poliepen kunnen uitgroeien tot dikke darmkanker. Om dit te voorkomen, wordt de dikke darm uit voorzorg verwijderd.

HNPCC: een erfelijke aandoening waarbij een sterk verhoogd risico op familiaire dikkedarmkanker bestaat. (lynch syndroom)

Leven met een pouch

Wanneer je pouch goed werkt, is een volledig normaal leven mogelijk zonder enige beperking.
Voor het grootste gedeelte van de pouch-dragers begint een nieuw leven na (soms langdurige) ziekte, waarin weer een toekomst mogelijk is. Je kunt (bijna) alles weer eten en drinken.
Vrijwel alle patiënten krijgen na verloop van tijd een goede continentie voor ontlasting, waarbij de frequentie aanvaardbaar is en het goed mogelijk is de ontlasting minimaal een half uur uit te stellen.

U zult vaker dan normaal ontlasting hebben en de ontlasting zal ook altijd dunner blijven dan normaal. Toch zult u op den duur merken dat de pouch de functie van endeldarm overneemt, waardoor uw ontlasting wat dikker wordt.
Door veel vezels te eten kunt u de ontlasting dikker maken. Vezels zitten met name in volkoren en meergranen producten. Ook het gebruik van bepaalde antidiarree medicijnen, zoals loperamide kunnen goed helpen. Overleg het gebruik van deze medicijnen altijd met uw arts.

Als pouch bezitter zul je bijvoorbeeld voordat je weg gaat even naar de wc gaan, zodat je onderweg niet hoeft.
Met een pouch is het zo: als je niks eet, hoef je ook (bijna) niet naar de wc.
Op deze manier kun je er rekening mee houden en van te voren plannen dat je wat eet en naar de wc gaat voor je van huis weggaat.

Met een wat minder goed werkende pouch moet je rekening houden met een wat frequenter toiletbezoek en soms moet je extra drinken vanwege de diarree en daarmee gepaard gaande tekort aan vochtopname.
Dit geeft over het algemeen geen beperkingen op een normaal leven.

De pouch heeft ongeveer een jaar nodig om de juiste grootte te bereiken. In de loop van dit eerste jaar zult u steeds minder vaak ontlasting hebben. Uiteindelijk zult u gemiddeld  vier tot zes keer per 24 uur naar het toilet moeten.
De meeste mensen met een pouch kunnen na verloop van tijd de ontlasting goed ophouden. Zij weten op een gegeven moment precies hoeveel tijd na het eten de aandrang tot ontlasting komt. Hierdoor kunnen ze goed plannen voordat ze bijvoorbeeld van huis weggaan.

Indien je als vrouw een kinderwens hebt op korte termijn, kan er aangeraden worden om te wachten met de pouch aan te leggen tot na de zwangerschap. Met een pouch is het prima mogelijk om kinderen op een natuurlijke manier of per keizersnee op de wereld te zetten.

INRA-techniek (ileo-neorectale anastomose)

Bij deze techniek wordt de endeldarm niet verwijderd. Het zieke slijmvlies in de endeldarm wordt wel weggehaald en vervangen door slijmvlies uit de dunne darm.
Deze techniek wordt sinds 1998 in enkele ziekenhuizen in Nederland uitgevoerd. De resultaten leken in eerste instantie veelbelovend. Over de resultaten op lange termijn is echter nog niets bekend. Bovendien is deze techniek ingewikkelder dan de pouchoperatie. Hierdoor wordt de INRA- techniek bijna niet meer in Nederland uitgevoerd.

Nieuwe ontwikkelingen

In een aantal ziekenhuizen wordt inmiddels gewerkt met een nieuwe methode bij dikkedarmoperaties. Dit noemt men de ERAS methode. ERAS staat voor enhanced recovery after surgery. Dat betekent ‘sneller herstel na de operatie’.
De bedoeling van deze methode is dat patiënten actief herstellen van de operatie en dat de opnameduur verkort.
Er wordt uitgegaan van het principe dat een darm toch nooit helemaal bacterievrij gemaakt kan worden. Daarom zou het geen zin hebben om van tevoren te laxeren. Dit betekent dat de patiënt tot twee uur voor de operatie mag drinken en vloeibaar mag eten. Ook mag de patiënt na de operatie sneller weer eten en drinken. Zo is de patiënt goed gevoed voor de operatie en herstelt hij beter na de operatie.
Verder komt de patiënt gelijk de eerste dag al uit bed. De dag na de operatie moet de patiënt twee keer drie uur uit bed.
Dit alles zorgt ervoor dat de patiënt veel sneller herstelt en daardoor eerder naar huis kan.
Hierdoor wordt de opnameduur bijna gehalveerd.